Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Info & Tools

De MIVB ziet af van haar toeslag van € 25,00. (SEPTEMBER 2021)

In de dossiers met betrekking tot de invordering van de toeslagen die aan MIVB-reizigers zonder geldig vervoersbewijs worden aangerekend, hebben we gemerkt dat in sommige afrekeningen een kost van € 25,00 was opgenomen bovenop de toeslag van € 107,00 per overtreding. Benieuwd naar wat de rechtvaardiging van een dergelijke toeslag kon zijn, die overigens soms als "administratieve kosten (art. 1382 BW)", dan weer als "toeslag" wordt bestempeld, en verder soms ook gewoon samengevoegd wordt met het bedrag van de echte boete, namen we contact op met de MIVB. Deze laatste besloot, na onderzoek van de situatie, om in de toekomst af te zien van de invordering van deze toeslag, zowel in de minnelijke als in de gerechtelijke dossiers waarin deze toeslag nochtans door een rechter was toegekend.

Tijdens een juridische permanentie werd onze aandacht gevestigd op een afrekening van de MIVB waar bovenop de toeslag van € 107,00 per overtreding een kost van € 25,00 werd gevorderd.

Na onderzoek bleek dat deze kost niet systematisch wordt aangerekend (aangezien we deze in "slechts" 6 van de 10 geraadpleegde dossiers konden vaststellen [1] ), maar dat deze blijkbaar wel sinds oktober 2019 in zwang is geraakt.

Wettigheid van de aanrekening van de toeslag van € 25,00

We stelden ons vooreerst de vraag of de aanrekening van deze toeslag wel WETTIG IS en namen hiertoe contact op met het gerechtsdeurwaarderskantoor Modero, dat belast is met de invordering van alle schulden aan de MIVB. Het doel was hierbij niet om zwartrijders vrij te pleiten, maar wel om te voorkomen dat een eerste overtreding wordt misbruikt om onwettige kosten aan te rekenen.

Er wordt immers nergens melding gemaakt van de toepassing van deze toeslag:

  • noch in de algemene voorwaarden van de MIVB die zijn vastgelegd in de ordonnantie van 22/11/1990 betreffende de organisatie van het openbaar vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
  • noch in de tarievenlijst vastgesteld bij besluit van de regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 18/06/2020 houdende de prijzen voor het vervoer van reizigers op het net van het stads- en streekvervoer van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
  • noch in het tarief van gerechtsdeurwaarders vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 30/11/1976,
  • noch in enige andere wet

Nochtans betreft dit een verplichting die is opgelegd door artikel 5 van de wet van 20/12/2002 op de minnelijke invordering.

In antwoord op onze vraag in verband met deze kwestie stelde gerechtsdeurwaarder Modero dat de ingeroepen regels niet van toepassing zijn op de voorliggende zaak omdat de gebruiker van een openbare dienst niet als een consument beschouwd kan worden en de wet van 2002 bijgevolg niet van toepassing is.

Aangezien, wat hem betreft, een zwartrijder bovendien geen "overeenkomst" sluit met de MIVB, meende de deurwaarder dat hij het recht had om te verwijzen naar overwegingen van gemeen recht en deze bijkomende toeslag te vorderen op grond van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek ter vergoeding van de door de MIVB geleden schade.

Dit zijn 2 interpretaties waarmee wij het niet eens zijn, maar dat belette Modero niet om de toeslag te handhaven in zijn vordering die aan de rechter werd voorgelegd.

Aangezien enkel een rechter bevoegd is om een meningsverschil over een rechtsvraag te beslechten, zijn we in de jurisprudentie ter zake gedoken.
Analyse van de jurisprudentie

We troffen eerst 2 beslissingen aan, die onze interpretatie volledig ondersteunen.

In een 1ste vonnis van 25/06/2020 weigerde de vrederechter van het 2de kanton Brussel deze toeslag aan de MIVB toe te kennen. Spijtig genoeg liet hij na om zijn weigering te motiveren. Het is daarentegen wel interessant dat dit vonnis bij verstek werd gewezen, wat betekent dat de schuldenaar niet op de zitting aanwezig was en bijgevolg nergens om vroeg. De rechter heeft zich dus enkel over de wettigheid van de toeslag uitgesproken overwegende dat het een kwestie van openbare orde was, en heeft deze verworpen.

In een 2de vonnis van 03/02/2021, ook bij verstek gewezen, heeft de vrederechter van Sint-Gillis [2] de MIVB op dit punt eveneens teruggefloten op de volgende gronden: "Aangezien de MIVB bovendien op grond van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek een “forfaitair bedrag van € 25,00 vordert om de kosten van de verzoekende partij te dekken voor het beheer en de voorbereiding van het invorderingsdossier, met inbegrip van de verzending van een pro justicia, een herinneringsbrief, enz." maar, enerzijds, dit verzoek reeds gedekt lijkt te zijn door de voornoemde boete (de toeslag van € 107,00) en, anderzijds, het verzoek tot betaling van aanmaningskosten van de gerechtsdeurwaarder niet gegrond is, omdat deze kosten noch wettelijk noch conventioneel zijn voorzien, en bijgevolg in strijd met de wet van 20/12/02."

Maar we vonden ook verschillende vonnissen waarin de vrederechters [3] zich niet zo "gewetensvol" opstelden als die van Sint-Gillis en Brussel 2. Doordat de schuldenaar op de zitting verstek liet gaan, volgden ze het standpunt van de MIVB en gingen in op de totaliteit van de eis van de vervoersmaatschappij, zonder zich over de grond van de zaak te buigen. De toeslag van € 25,00 werd in het vonnis bevestigd en werd vervolgens onbetwistbaar.

Door deze verschillen in de rechtspraak is het helaas onmogelijk om de kwestie van de WETTIGHEID van de toeslag van € 25,00 definitief te beslechten. En aangezien de kans nog steeds bestaat dat de rechter de toeslag toekent, vindt men het behoud ervan in de afrekeningen gerechtvaardigd.
De rechtvaardiging van de toeslag

Het is echter niet omdat een praktijk niet specifiek verboden is, dat deze daarom te rechtvaardigen valt. Men mag in dit verband niet vergeten dat de MIVB over het monopolie beschikt op de uitoefening van een openbare dienst en als zodanig moet voldoen aan een hele reeks gedragsregels en verplichting van gelijke behandeling van de burgers.

We hebben de vraag daarom anders gesteld en de MIVB gevraagd naar de RECHTVAARDIGING van deze praktijk. Waarom wijkt de MIVB, die een publiekrechtelijke entiteit is, af van haar eigen tarieven en waarom aanvaardt zij een situatie die een vorm van discriminatie veroorzaakt tussen haar gebruikers, die immers het risico lopen meer te moeten betalen afhankelijk van de vrederechter waaronder zij ressorteren?

Als antwoord op onze vraag, herhaalde het gerechtsdeurwaarderskantoor Modero zijn twijfelachtige argumenten i.v.m. de wettigheid van de toeslag, terwijl de Klachtendienst van de MIVB, van haar kant, ons louter doorverwees naar de gerechtsdeurwaarder aan wie het dossier was toevertrouwd.

We wendden ons daarop tot de Ombudsman van de MIVB, een niet-jurisdictioneel orgaan voor geschillenbeslechting, en legden de zaak aan hem voor. Na enig onderzoek antwoordde hij dat, hoewel de juridische argumenten van de MIVB en Modero verdedigbaar waren, de evolutie van de rechtspraak ertoe neigde de wet van 2002 van toepassing te verklaren op de relaties tussen de MIVB en haar gebruikers.

Hij bevestigde ons bovendien dat de vordering van deze toeslag niet in overeenstemming was met de overeenkomst tussen de MIVB en de gerechtsdeurwaarders die zij heeft aangesteld in het kader van een openbare aanbesteding die heeft geleid tot het sluiten van een raamakkoord voor de invordering van handelsschulden, boetes en toeslagen. Het betrof hier een eigen initiatief van de gerechtsdeurwaarder die het geld overigens voor zichzelf hield en het niet aan de MIVB doorstortte.

In het licht van dit alles heeft de MIVB beslist om af te zien van de invordering van deze kost van € 25,00, zowel in de minnelijke fase als in de gerechtelijke fase, zelfs indien deze toeslag haar uitdrukkelijk was toegekend door de rechter. De vervoersmaatschappij heeft haar advocaten en gerechtsdeurwaarders gevraagd om deze praktijk te staken. Er werd hen gevraagd deze kost van hun afrekening te schrappen en de modelbrieven voor het dagvaarden van gebruikers aan te passen.
Tot slot

Als u dossiers heeft waarin een gebruiker door de MIVB of de gerechtsdeurwaarders van MODERO wordt vervolgd voor de niet-betaling van een toeslag naar aanleiding van zwartrijden, controleer dan allereerst de afrekening. Als hierop de toeslag van € 25,00 voorkomt (of het bedrag van de toeslag of boete € 132,00 bedraagt), aarzel dan niet om ons een kopie van de afrekening te sturen naar het adres s.vanderbruggen@mediationdedettes.be zodat we een beter zicht kunnen krijgen op de omvang van het fenomeen en passende acties kunnen ondernemen.

Neem vervolgens contact op met de gerechtsdeurwaarder om een bijgewerkte, correcte afrekening te vragen. Als deze laatste weigert om hierop in te gaan, laat het ons dan zeker weten zodat wij hem alsnog tot de orde kunnen roepen.

[1Dit vertegenwoordigt desalniettemin een groot aantal dossiers aangezien de MIVB in 2019 niet minder dan 71.455 pv’s voor fraude uitschreef. Door de coronacrisis was dat cijfer in 2020 gedaald tot 21.889 pv’s (zie https://www.stib-mivb.be/article.html?l=nl&_guid=e0eb4f41-3b83-3410-dc9f-d8c9a90b4849).

[2Vonnis van de Vrederechter van het kanton Sint-Gillis van 03/02/2021, RG 21A66

[3Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Jans-Molenbeek en 1ste kanton van Brussel.

Agenda

  • Event Steunpunt
  • Event partner
  • Opleiding

Nieuwsbrief