Centre d’Appui aux Services de Médiation de Dettes
de la Région de Bruxelles-Capitale

Onze gemeenschappelijke aanbevelingen op het gebied van minnelijke invordering. (NOVEMBER 2022)

Sinds begin 2021 werken wij samen met onze Vlaamse (SAM) en Waalse (Observatoire du Crédit et de l’Endettement) tegenhangers en met het Belgisch Netwerk tegen Armoede (BAPN) om tot gemeenschappelijke eisen te komen voor de hele sector van de schuldbemiddeling. Onlangs hebben we de tenuitvoerleggingsprocedures onder de loep genomen en we zijn nu in staat om u de eisen van de SECTOR voor een minnelijke schikking voor te leggen.

Op het terrein stellen onze verenigingen vast dat de wet van 20 december 2002 betreffende de automatische
niet wordt nageleefd en in haar huidige staat ontoereikend is om de kosten of het misbruik van bepaalde schuldeisers of van degenen die voor hen consumentenschulden in der minne innen, te bestrijden.
Ook al betreffen de aan de kaak gestelde praktijken en misbruiken slechts een minderheid van de incassanten, en meer bepaald een minderheid van de gerechtsdeurwaarders. Het is belangrijk op te merken dat juist deze actoren hun incasso-activiteiten op grote schaal ontwikkelen. De geconstateerde misbruiken betreffen dus vele gevallen en leiden tot rechtsonzekerheid en ongelijke behandeling van consumenten.

Onze bevindingen hebben dus betrekking op het feit dat :

  • sommige schuldeisers denken dat de wet niet op hen van toepassing is de ingebrekestellingen niet in overeenstemming zijn met de bepalingen van de wet (artikel 6, §2, 1°) ;
  • de inhoud van de brieven juridische bedreigingen bevat die onjuist zijn of de consument kunnen misleiden (artikel 3, §1 en §2, 2e lid) ;
  • de gevorderde bedragen niet gerechtvaardigd zijn (artikel 6, §2, 4°)
  • de gevorderde bedragen zijn voorzien in de algemene voorwaarden van de schuldeiser, maar deze zijn niet uitvoerbaar tegen de schuldenaar (artikel 3, §2, 4e lid)
  • de gevorderde bedragen zijn niet wettelijk toegestaan (artikel 3, §2, 4e lid) ;
    de schuldenaar wordt lastiggevallen hoewel hij uitdrukkelijk en gemotiveerd heeft verklaard dat hij de schuld betwist (artikel 3, §2, 9e lid)
  • het verbod om andere vergoedingen aan te rekenen dan die welke in de onderliggende overeenkomst zijn bepaald, wordt omzeild (artikel 5) ;
  • de controle op de naleving van de wet is ontoereikend en ondoeltreffend voor bepaalde beroepen.

In het eerste deel van deze tekst worden al deze bevindingen nader toegelicht.
In het tweede deel doen wij aanbevelingen om de accumulatie van onrechtmatige vergoedingen in de fase van de minnelijke incasso te bestrijden.

Gezamelijkeaanbevelingen - Minnelijke invordering.

Agenda

mars 2024 :

février 2024 | avril 2024

  • Evenement CAMD
  • Evenement partenaire
  • Formation

Newsletter