Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Info & Tools

Wijziging van het systeem voor de inning van de griffierechten: wat zijn de gevolgen voor de veroordeelde schuldenaar ?(SEPTEMBER 2019)

Zoals we tijdens het rondetafelgesprek "Juridische Actualiteit" van 20/06/2019 reeds hebben besproken, werd het SYSTEEM VOOR DE INNING VAN DE GRIFFIERECHTEN GEWIJZIGD om de kosten van de toegang tot justitie te verminderen. Dit nieuwe systeem impliceert echter ook een verhoging van de genoemde griffierechten en kan ernstige financiële gevolgen hebben voor personen die zijn veroordeeld en het voorwerp uitmaken van een procedure tot gerechtelijke invordering.

1° Wat zijn griffierechten ?

Het griffierecht of rolrecht is een bedrag dat aan een rechtbank betaald moet worden telkens wanneer een nieuwe zaak aanhangig wordt gemaakt in de hoop een beslissing te bekomen van de rechter.

VOORHEEN, werd het griffierecht "voorgeschoten" door de eiser, dat wil zeggen de partij die de zaak voor de rechter aanhangig maakt, samen met de kosten van het verzoekschrift of de dagvaarding. Indien de rechter in het voordeel van de eiser oordeelde, kon die partij de griffierechten vervolgens samen met het saldo van de schuld van de veroordeelde partij terugvorderen.

Sinds 01/02/2019, [1]
wordt het griffierecht niet langer geëist op het ogenblik dat een zaak voor de rechter wordt gebracht. Het is voortaan op het ogenblik van zijn definitieve beslissing dat de rechter de in het ongelijk gestelde partij, dat wil zeggen de partij die de rechtszaak verliest, zal veroordelen tot betaling van deze kosten. De griffierechten moeten niet meer betaald worden aan de partij die de zaak heeft gewonnen, maar aan de FOD Financiën.

2° Doelstelling(en) van de hervorming :

Deze nieuwe inningsmethode streeft een tweeledig doel na, namelijk het verhogen van de griffierechten zonder dat dit een obstakel vormt voor de toegang tot justitie. De gevolgen voor veroordeelde personen kunnen evenwel ernstig zijn, of zelfs bijna onoverkomelijk. Ziehier enkele voorbeelden :

  • De veroordeelde schuldenaar zal voor een enkele schuld niet langer 1 maar wel 2 schuldeisers hebben. Dat wil zeggen: 2 verschillende visies op de invordering, 2 personen die moeten gecontacteerd en overtuigd worden om betalingsfaciliteiten te bekomen, 2 dossiers die moeten opgevolgd worden...
  • Het bedrag van de griffierechten is aanzienlijk verhoogd (tussen 25 en 65%).
  • Indien de schuldenaar niet binnen de 14 dagen na de verzending van de eerste aanmaning van de FOD betaalt, is hij bovendien een administratieve boete verschuldigd gelijk aan 50% van de onbetaalde rechten vermeerderd met de intresten.
  • In geval van niet-betaling zal de schuldenaar waarschijnlijk tweemaal gerechtskosten moeten dragen, aangezien de invordering door de FOD Financiën los staat van de invordering van de hoofdsom.

We weten op dit ogenblik nog niet hoe rigoureus de FOD te werk zal gaan bij de invordering van de griffierechten, maar moeten er wel op voorbereid zijn. De gebruikelijke cliënten van de diensten schuldbemiddeling zullen eerder de nadelen van dit nieuwe systeem ondervinden, eerder dan dat zij baat zullen hebben bij de voordelen.

3° Wie moet de griffierechten betalen ?

  • De partij die de rechtszaak verliest, dat wil zeggen de veroordeelde partij.
  • Als het proces niet tot een veroordeling leidt, zullen de griffierechten worden gevorderd van de partij die de zaak aanhangig heeft gemaakt.
  • Indien er meerdere veroordeelde partijen zijn, zal de rechter de griffierechten verdelen over elke partij, aangezien de griffierechten slechts eenmaal per zaak verschuldigd zijn.
  • Indien de zaak wordt gestuit voordat de rechter een beslissing heeft kunnen nemen, omdat de zaak op de rol wordt doorgehaald of van de rol wordt weggelaten bij toepassing van artikel 730 van het Gerechtelijk Wetboek, zijn de griffierechten vanaf de datum van de doorhaling of van de weglating opeisbaar ten laste van de partij die de zaak op de rol heeft doen stellen.

Dit is dus een nieuwigheid, de griffierechten kunnen gevorderd worden van de partij die de zaak aanhangig heeft gemaakt. Om de taak van de FOD Financiën in dergelijke gevallen te vergemakkelijken, moet het rijksregistratienummer of het ondernemingsnummer van de eiser voortaan worden vermeld in het stuk dat het geding inleidt (artikel 11 van de wet van 14 oktober 2018).

4° Wanneer zijn de griffierechten niet verschuldigd ? (er zijn immers altijd uitzonderingen)

  • voor zaken die betrekking hebben op fiscale aangelegenheden (bijv.: bezwaar tegen een belastingaanslag),
  • voor insolventieprocedures voor ondernemingen (faillissementen, gerechtelijke reorganisaties, voorlopige maatregelen, enz.),
  • voor alle zaken die onder de materiële bevoegdheid van de arbeidsrechtbanken vallen.

Het zij opgemerkt dat de wetgever het beginsel van permanente aanhangigmaking heeft gehandhaafd en uitgebreid voor zaken die worden geacht spoedeisend te zijn voor de familierechter (zoals bedoeld in artikel 1253ter/7 van het Gerechtelijk Wetboek: uitoefening van het ouderlijk gezag, recht op huisvesting, onderhoudsverplichtingen). Het griffierecht is dus slechts eenmaal per zaak verschuldigd en zal niet meer worden gevorderd wanneer de partijen naar de rechtbank terugkeren wegens een nieuw element in het dossier, gewijzigde omstandigheden met betrekking tot onderhoudsgeld of huisvesting, persoonlijke relaties of de uitoefening van het ouderlijk gezag (zelfs indien een jeugdrechter daartoe beslist).

5° Hoe verloopt de invordering van de griffierechten ?

Zoals hierboven vermeld, zal de rechter in zijn einduitspraak één van de partijen veroordelen tot de betaling van de griffierechten, zonder zich evenwel uit te spreken over de betalingsmodaliteiten.

  • De schuldenaar zal dus moeten wachten op een eerste brief met de betalingsvoorwaarden, die "onverwijld" door de FOD Financiën zal worden verstuurd na overlegging van het definitieve vonnis.
  • Bij gebrek aan betaling binnen 14 dagen na verzending van deze brief zal de FOD een administratieve boete opleggen ten belope van de helft van de onbetaalde griffierechten, vermeerderd met de interest (de fiscale rentevoet, dus momenteel 4%, één keer per maand toegeschreven en alleen als het recht in kwestie meer dan € 125,00 [2] bedraagt).
  • Deze verhoogde schuld wordt dan ingeschreven in een register, de algemene rol, en een laatste ingebrekestelling wordt naar de schuldenaar gestuurd.
  • Indien de betaling niet binnen een maand na verzending van deze ingebrekestelling plaatsvindt, wordt de schuld uitvoerbaar, d.w.z. dat deze onder dwang door de FOD Financiën kan worden ingevorderd of aan een gerechtsdeurwaarder kan worden toevertrouwd.
  • Als de veroordeelde partij besluit om in beroep te gaan, kan zij pas een hoorzitting krijgen nadat de griffierechten in eerste aanleg zijn betaald. Indien zij het beroep wint, kan zij van haar tegenpartij de terugbetaling vorderen van de griffierechten.

We merken op dat de invordering van de griffierechten door de FOD Financiën wordt beschouwd als een niet-fiscale vordering met een verjaringstermijn van vijf jaar en die niet het voorwerp kan zijn van een transactie. De vordering geniet dus geen enkel voorrecht, maar kan wel worden verrekend met een terugvordering van de belastingen.

6° Tot slot :

Opgemerkt zij dat dit niet de eerste keer is dat de minister van Justitie heeft getracht het systeem van griffierechten te hervormen met het doel deze te verhogen. De eerste wijziging, ingevoerd door de wet van 28/07/2015, werd nietig verklaard door een beslissing van het Grondwettelijk Hof in februari 2017 [3]. Het valt dus niet uit te sluiten dat het Grondwettelijk Hof opnieuw zal tussenkomen, ook al sluit de huidige hervorming aan bij de aanbevelingen uit het arrest van 2017.

Het is nog te vroeg om de balans op te maken van de praktische gevolgen van deze hervorming, maar het spreekt voor zich dat we niet erg optimistisch zijn, vooral ten aanzien van de gevolgen voor de meest kwetsbare personen. We blijven echter alert en vertrouwen erop dat u eventuele praktische toepassingsproblemen zal melden, zodat we er op onze beurt melding van kunnen maken via de geijkte kanalen.


[1De wet van 14 OKTOBER 2018 tot wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten teneinde de griffierechten te hervormen, gepubliceerd in het BS van 20 DECEMBER 2018 is in werking getreden op 01 FEBRUARI 2019.
Koninklijk besluit van 28 JANUARI 2019 betreffende de uitvoering van het wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten en het houden van de registers in de griffies van de hoven en rechtbanken, gepubliceerd in het BS van 30 JANUARI 2019.
Circulaire 2019/C/16 van 15 FEBRUARI 2019 betreffende de hervorming van de rolrechten.
Circulaire 2019/C/29 van 15 APRIL 2019 met commentaar op de wet van 14 oktober 2018 teneinde de griffierechten te hervormen en het koninklijk besluit van 28 januari 2019 betreffende de uitvoering van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten

[2Art. 4 §3 3° lid van de domaniale wet van 22/12/1949 dat bepaalt dat de interesten van een maand slechts worden gevorderd zodra zij 5 euro bedragen. Met een rentevoet van 4% moet het oorspronkelijke bedrag dus minstens € 125,00 bedragen.

[3Arrest nr. 13/2017 van 9 februari 2017 van het Grondwettelijk hof.

Agenda

  • Event Steunpunt
  • Event partner
  • Opleiding

Nieuwsbrief